Inrichting stortplaats

De waterdichte lagen die het milieu (bodem en grondwater) moeten beschermen tegen vervuiling, zijn praktisch onrealiseerbaar en zullen dus ook niet afdoend zijn als bescherming.
Stofhinder is een groot probleem op de site. Dit werd ook al als bezwaar naar voor gebracht in een vorige vergunningsaanvraag. In het MER wordt verklaard dat dit allemaal opgelost is/wordt door de wielwasinstallatie en de sprinkels op de TOP (Tijdelijke Opslag). Helaas, de praktijk is anders!

Afsluitlaag

De afsluitlaag is de laag onderaan de stortplaats die het milieu (bodem en grondwater) moet beschermen tegen vervuiling. Hoe de afsluitlaag juist zal worden opgebouwd, wordt niet duidelijk vermeld. Men spreekt van een laag van 3,25m met een K-waarde (waterdoorlatendheid) kleiner dan of gelijk aan 10-7 m/s. Ook indien we meer info vragen hierover via de infovergadering, krijgen we gewoon dezelfde vage uitleg uit het MER die we al kenden…

Vermoedelijk zal deze worden opgebouwd uit aangevoerde klei. Klei met een K-waarde van 10-7 m kan men wel aantreffen in natuurlijke lagen. Maar van zodra men deze lagen gaat bewerken/verhuizen, behoudt men niet dezelfde K-waarde. De kleilaag wordt immers afgegraven in een afgelegen kleiput, vervoerd met de vrachtwagen en opnieuw uitgestort in de site. Door deze manipulaties bekomt men niet dezelfde dichtheid als aan de oorsprong. De aangevoerde klei zal op termijn door uitdroging of door druk inklinking en/of zettingen vertonen waardoor er verticale scheuren ontstaan en water kan passeren en dus ook de asbestvezels.

Afdichtlaag

De afdichtlaag is de waterdichte laag die boven het asbestcementafval komt, om ervoor te zorgen dat het regenwater na het toedekken van de deponie in langsgrachten kan worden afgeleid.

Als afdichtlaag wordt een laag van 20cm voorzien. Dit is niet realistisch omdat men in 20cm materiaal nooit tot een volledig gesloten laag kan komen als men deze op bigbags aanbrengt. Deze laag van 20cm kan nooit in vorm blijven tijdens aanleg van bovenliggende lagen. Ook hier zal immers nog een laatste ‘verdichtingsbewerking’ plaatsvinden, met alle gevolgen van dien.
Bij de minste zetting van de onderliggende lagen zullen scheuren ontstaan in deze waterdichte afdeklaag. Ook bij hevige regenval zal een laag van 20cm direct eroderen en bij uitdroging barsten en de vrije asbestvezels zullen zich in de lucht verspreiden.
Bovendien zal de site nadien worden teruggegeven aan de landbouw: wetende dat zelfrijdende rooimachines tegenwoordig 25 à 30 ton wegen, kan men het effect al indenken.

Leeflaag

Bij de aanleg van de leeflaag dient volledig voldaan te zijn aan de Code van goede praktijk voor heraanleg van ontginningen in functie van landbouw. De opbouw van de leeflaag zoals beschreven in het MER voldoet NIET aan deze code!

Stofhinder

Stofhinder is een groot probleem op de site. Dit werd ook al als bezwaar naar voor gebracht in een vorige vergunningsaanvraag. In het MER wordt verklaard dat dit allemaal opgelost is/wordt door de wielwasinstallatie en de sprinkels op de TOP (Tijdelijke Opslag). Helaas, de praktijk is anders!

De wielwasinstallatie moet regelmatig ververst worden (volgens de vergunning) maar kan meer meer omschreven worden als een modderbak, waar de vrachtwagens dienen door te rijden, en niet een actieve wielwasstraat, zoals men aantreft in andere MERs voor categorie 1 stortplaatsen. Er ligt evenveel modder voor, rond en achter de wielwasinstallatie. Bovendien wordt er al evenveel naast gereden als erdoor.

De sprinkel installatie, die de TOP vochtig moet houden, heeft nog niemand ooit in werking gezien. Stel nog dat deze zou werken, zou deze bijkomend volledig ontoereikend zijn, aangezien er ook massaal wordt opgeslaan naast de daarvoor voorziene vakken van de TOP.

De weg naar de site moet proper worden gehouden door de uitbaters, maar hier kan je dikwijls niet eens meer zien dat het om een verharde weg gaat

Zeker is dat asbeststof meekomt met de vrachtwagens die de bigbags aanvoeren vanaf de afbraaklocatie. Daarnaast is geweten dat de bigbags regelmatig scheuren bij het lossen. Een manuele besproeiing kan niet garanderen dat alle asbestdeeltjes neerslaan, zeker niet met het beperkt aantal werknemers op de site. Daarbij komt dat de asbestdeeltjes die neerslaan tijdens de besproeiing ook weer opdrogen en weer kunnen worden meegenomen door de wind. Ook de asbestdeeltjes, die in de wielwas terechtkomen, worden door de volgende vrachtwagen evengoed weer meegenomen en komen dan later terecht op de wegen langs afvoerroutes (N42 / Geraardsbergse Steenweg / Ijshoute).